Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij deed [53]wat kwaad was in de ogen des HEEREN, en [54]wandelde in den weg zijns vaders, en in [55]zijn zonde, waarmede hij Israel had doen zondigen. 53. Zie boven, hfdst.11 vs.6. 54. In zijner vorouderen weg te wandelen, is hen na te volgen, of in het goede, dat is, in hun geloof en goede werken, 1 Sam.8:3; 2 Kon.22:2; 2 Kron.17:3; of in het kwade, dat is, in hun ongeloof en zonden, gelijk hier en onder, vs.34, en hfdst.16 vs.19, en hfdst.22 vs.53. 55. Versta, de zonde der afgoderij. Zie boven, hfdst.14 vs.16.